Naturpark Schwarzwald Mitte/Nord (375.000 ha) en Naturpark Südschwarzwald (370.000 ha) zijn de grootste natuurparken van Duitsland. Het Zwarte Woud biedt meer dan donkere dennenbossen. Het gevarieerde landschap van hoogvlaktes, bergen, groene dalen, steile rotswanden, watervallen en bergmeertjes is een perfect wandelgebied. Onderweg vind je overal Vesperstubes waar je vaak ook kunt overnachten. De bekendste en populairste wandelroutes zijn de Schluchtensteig en de Westweg. Fietsers kunnen het Zwarte Woud verkennen op de Südschwarzwaldradweg (270 km). Voor mountainbikers is er de Bike-crossing (450 km) van Pforzheim naar Bad Säckingen. De Schwarzwald Panoramastraße (50 km) biedt je de meest adembenemende vergezichten. Feldberg (1500 m) is het belangrijkste wintersportcentrum.
Naturpark Altmühltal
Naturpark Altmühltal (300.000 ha) is een prachtig wandel-, fiets- en kanogebied. Het lieflijke dal met de gemoedelijk kabbelende Altmühl was miljoenen jaren geleden een lagune van de Jurazee. Vanaf de oudste abdij van Beieren Kloster Weltenburg (ca. 617) kijk je uit op de Weltenburger Enge of Donaudurchbruch. Hier vormen 40 meter hoge witte kalkrotsen de coulissen van de Donau. Andere overblijfselen van het kalkplateau zijn de Burgsteinfelsen en de Zwölf Apostel. De Solnhofener Plattenkalke, vindplaats van fossielen van de oervogel Archaeopteryx, is een paradijs voor fossielenverzamelaars. Een indrukwekkend levend natuurmonument is de Bavaria-Buche. Deze reusachtige, eeuwenoude rode beuk bij Pondorf wordt al vermeld in het jaar 1037.
Naturpark Beierse Woud
Naturpark Bayerischer Wald (278.000 ha) strekt zich uit van de Donau tot het Nationalpark Bayerischer Wald (24.250 ha). Een 150 km lange kwartsstrook met een bijzondere vegetatie, de Pfahl, doorkruist het gebied. Kleinschalige landbouw kenmerkt Naturpark Bayerischer Wald. De Lallinger Winkel en het gebied rond Neukirchen beim Heiligen Blut zijn bekend om hun hoogstamfruitteelt. Het Beierse Woud groeit op een oud, voedingsarm gneis- en granietgebergte met als hoogste punt de Grofle Arber (1.456 m), een populair skicentrum. Nationalpark Bayerischer Wald vormt samen met het Tsjechische äumava (Boheemse Woud) het grootste aaneengesloten bosgebied van centraal Europa. Sparren, beuken en dennen domineren. Opvallende bewoners zijn de zwarte ooievaar en de lynx. 320 km gemarkeerde wandelroutes en 170 km langlaufloipes ontsluiten dit prachtige natuurgebied. De Beierse bossen herbergen ook bezienswaardigheden als Burg Falkenstein en dorpjes met een rijke glasblazerstraditie.
Biosfeerreservaat Berchtesgaden
Het imposante bergmassief Watzmann (2.713 m) en de smaragdgroene Königssee zijn de blikvangers van Berchtesgaden. Berchtesgaden is Duitslands enige alpiene Biosfeerreservaat en is tevens Nationaal Park (20.808 ha). Hier zweven de steenadelaars boven de dalen, klauteren gemzen en steenbokken behendig tegen steile rotswanden en floreren de veelbezongen edelweifl en enziaan. De Beierse Alpen behoren tot de Noordelijke Kalkalpen en bestaan uit kalksteen en dolomiet, steensoorten gevoelig voor erosie. Dit verklaart het grillige berglandschap met zijn pieken, kammen, nauwe kloven als de Wimbachklamm en Almbachklamm en grotten als de Schellenberger Eishöhle. Het gesteente is rijk aan zout. Berchtesgaden en Bad Reichenhall verdienden hun geld met dit witte goud.
Schwäbische Alb: Nationaler Geopark en Biosfeergebied
De Schwäbische Alb is een opvallende bergketen vanaf het Zwarte Woud tot aan het Beierse Woud. De Lemberg (1015 m) is het hoogste punt. De Schwäbische Alb stamt uit het Jura. Het is een typisch karstlandschap met druipsteengrotten zoals de Schertelshöhle, bronnen en ondergrondse rivieren. Schwäbische Alb heeft het predikaat Nationaler GeoPark en is tevens Biosfeergebied (85.000 ha). Dit betekent dat de economische ontwikkeling in harmonie met mens en natuur dient te geschieden. Met zijn hoogvlakte, Albtrauf (steile noordwesthelling) en voorland biedt het middelgebergte een afwisselend landschap.
De Schwäbisch Alb Nordrand-Weg (HW1) is een van de mooiste wandelroutes van Duitsland. Van bijzondere waarde zijn de beukenbossen en de schrale kalkgraslanden, leefgebieden van kwetsbare flora en fauna. Ook de traditionele hoogstamboomgaarden (Streuobstwiesen) kenmerken dit oude cultuurlandschap. Midden in het natuurgebied ligt het voormalig militair oefenterrein in Münsingen. Een mooie eindbestemming voor een wandeling of fietstocht. Hier kunt u zien hoe in de 19de eeuw een Alpenweide eruitzag.
Naturpark Saar-Hunsrück
Naturpark Saar-Hunsrück (205.500 ha) loopt als een brede, groene strook van de grens met Luxemburg en Frankrijk naar het oosten. Hoogtepunt is Nationales Geotop Saarschleife, een grote lus in de Saar bij Mettlach via Orscholz. Het landschap van het Saardal met zijn met wijngaarden en bossen is bijzonder gevarieerd. Dat geldt ook voor de hoogvlaktes van de Saargau. Hier wisselen akkers, appelboomgaarden (voor de appelwijn), schrale bergweiden en bossen elkaar af. Dwars door het natuurpark loopt de Hunsrück met de Erbeskopf (816 m) als hoogste punt. De wandelroute Saar-Hunsrück-Steig (184 km) voert je over deze bergrug langs oeroude natuurlandschappen als moeras Ortelsbruch en de met mos begroeide morenevelden van Mörschieder Burr. Eindpunt is edelstenenstad Idar-Oberstein in het Naheland.
Oktoberfest in München, kermis, bier en Dirndl jurken
Het Oktoberfest in München vierde in 2010 zijn 200 jarig jubileum. De traditie van het Oktoberfest é in de volksmond ook wel Wiesn genoemd – vindt zijn oorsprong in een paardenrennen dat kroonprins Ludwig en Prinses Therese in 1810 op een weiland net buiten de stad organiseerden. Het feest is sindsdien elk jaar groter geworden. Aan het einde van de 19de eeuw was het uitgegroeid tot het grote volksfeest. Tegenwoordig komen elk jaar zo’n 6 miljoen bezoekers uit de hele wereld naar München. En daarmee is het allergrootste volksfeest van Duitsland. Het Oktoberfest is een kermis ën een bierfeest in een.
Burg Hohenzollern bij Hechingen
De Hohenzollers zijn naast de Habsburgers het belangrijkste Duitse vorstengeslacht. Ze leverden de Pruisische koningen en Duitse keizers. Burg Hohenzollern wordt voor het eerst genoemd in 1267. De huidige neogotische burcht werd in de 19e eeuw gebouwd in opdracht van koning Friedrich Wilhelm IV van Pruisen. Hij had veel belangstelling voor architectuur en kunst en liet zich net als Ludwig II met zijn Schloss Neuschwanstein inspireren door de middeleeuwse ridderburchten. De Burg Hohenzollern is vorstelijk gelegen op een bergtop en heeft de allure van een sprookjeskasteel. Ook de kunstcollectie van de familie en legendarische stukken als de Pruisische koningskroon maken Burg Hohenzollern een bijzondere attractie.
Schloss Herrenchiemsee
Slot Herrenchiemsee in de streek Chiemsee-Alpenland was een van de extravagante paleizen van de Beierse koning Ludwig II, bijgenaamd de Sprookjeskoning. Ludwig was een bewonderaar van Zonnekoning Louis XIV en Versailles. Hij wilde zijn eigen Versailles, alleen groter. Koning Ludwig kocht het eiland Herrenchiemsee in 1873 en zette 4000 man aan het werk om zijn nieuwe buitenverblijf te bouwen. Zijn privévertrekken in rococostijl werden voorzien van de laatste snufjes. Pronkstuk is het marmeren trappenhuis. Als je de overdaad ziet, verbaast het je niet dat de staatskas al snel leeg was. Toen Ludwig II in 1886 op 41-jarige leeftijd verdronk waren slechts 20 van de 70 kamers voltooid.
Schloss Neuschwanstein
De Beierse koning Ludwig II ging de geschiedenis in als de Sprookjeskoning. Hij kwam in 1864 op 18-jarige leeftijd op de Beierse troon. Ludwig was een romanticus die vluchtte in een fantasiewereld. Hij verwezenlijkte zijn dromen met geldverslindende bouwprojecten. Het meest tot de verbeelding spreekt zijn Schloss Neuschwanstein bij Füssen. Het stond zelfs model voor het kasteel van Doornroosje in de Walt Disney-film. De ligging van het witgepleisterde sprookjeskasteel aan de Alpenrand is overweldigend. Dat geldt ook voor de pracht en praal van de sängersaal, de Thronsaal en andere vertrekken. Schloss Neuschwanstein stond nog in de steigers toen Ludwig in 1887 verdronk.