Weimar kende zijn hoogtijdagen in de tweede helft van de 18e eeuw. Deze periode wordt wel aangeduid als Klassiek Weimar of de Duitse Renaissance. Hertogin Anna Amalia en hertog Carl August stimuleerden cultuur en wetenschap. Weimar werd de bakermat van het Duitse Bildungsideal. De humanistische denkers en schrijvers Goethe en Schiller speelden een prominente rol en worden sindsdien vereenzelvigd met de Duitse cultuur. Belangrijke plaatsen uit Klassiek Weimar staan op de Werelderfgoedlijst. Dit zijn ondermeer het Goethemuseum – Goethehaus, het Schillerhaus, de tuinhuizen van Goethe, de Herzogin Anna Amalia Bibliothek en andere kastelen en landgoederen van de hertogen en de Historischer Friedhof met de graven van Goethe en Schiller.
Eisleben en Wittenberg: Luthergedenkplaatsen
De Slotkerk in universiteitsstad Wittenberg werd wereldberoemd toen theoloog Maarten Luther op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen op de kerkdeur spijkerde. Hij deed dit als protest tegen de katholieke kerk die zijn schulden afloste met het verkopen van aflaten. Luther en andere kerkhervormers maakten van Wittenberg een belangrijk geestelijk centrum. De Slotkerk met Luthers graf, Luthers woonhuis, de Stadskerk waar hij preekte en het woonhuis van de reformant Philipp Melanchthon zijn beschermd Werelderfgoed. Ook Eisleben is nauw met Luther verbonden. Het huis waar hij in 1483 werd geboren en het huis waar hij in 1546 overleed staan eveneens op de Werelderfgoedlijst.
Bremen: stadhuis en Roland
Het stadhuis en de Roland in het centrum van Bremen zijn het symbool voor de grote macht van de burgerij in de Hanzestad. Het toetreden tot de Hanze in 1358 was een belangrijke stap voor de economische onafhankelijkheid van Bremen, waardoor de stad ook tijdens het Heilige Roomse Rijk van de Duitse natie autonoom kon blijven en zijn eigen marktrechten had. Het van oorsprong gotische stadhuis werd aan het begin van de 17de eeuw in de stijl van de Weserrenaissance verbouwd. De grote, rijkversierde raadzaal weerspiegelt de rijkdom van de toenmalige burgerij. De Roland, een 5,5 m hoog stenen beeld, staat direct voor het stadhuis en werd in 1404 als symbool voor de hanzeatische vrijheid gesticht. Het exemplaar in Bremen is voor zover bekend het oudste voorbeeld van dit type beeld dat zich nog op de oorspronkelijk plek bevindt. Op de werelderfgoedlijst van de UNESCO sinds 2004.
Stralsund en Wismar: historische binnensteden
De Hanzesteden Wismar en Stalsund hebben een plattegrond die sinds de Middeleeuwen nauwelijks is veranderd. Talrijke gebouwen herinneren aan de bloeitijd van deze steden aan de Oostzee. In Wismar behoren behoren naast het Marktplein met de beroemde Wasserspiele ook drie gotische kerken tot het Werelderfgoed. Het stadhuis van Stralsund, in de karakteristieke stijl van de baksteengotiek is één van de 800 monumenten die de stad zijn flair verlenen. Wismar en Stralsund zijn in 2002 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst.
Lübeck: historische binnenstad
In 1987 kreeg het hele centrum van Lübeck de status Werelderfgoed. De middeleeuwse binnenstad staat vol monumenten in baksteengotiek; de karakteristieke stadspoort Holstentor, het Rathaus, de dom, het Heiligen-Geist-Hospital en de St. Marienkirche. Andere bezienswaardigheden zijn de Petrikirche, het Burgkloster en de talloze hofjes en steegjes. Patriciërshuizen zoals het Buddenbrookhaus uit de roman van Thomas Mann voeren je terug in het rijke koopmansverleden van de Hanzestad. Lübeck is nog altijd Duitslands belangrijkste importeur van Franse wijn. Wijnhandel Carl Tesdorpf (bekend onder de schuilnaam Kistenmaker in de Buddenbrooks) bestaat al sinds 1678 en was vroeger hofleverancier van Scandinavische koningshuizen en de Russische tsaar.
Hildesheim: Dom en St. Michaeliskirche
Ter gelegenheid van het duizendjarig jubileum werd de Sankt Michaeliskirche grondig gerenoveerd. Deze voormalige abdijkerk uit 1010 staat samen met de dom van Hildesheim (Mariendom), de domschat en de eeuwenoude klimroos sinds 1985 op de Werelderfgoedlijst. Beide gebouwen gelden als meesterwerken van vroeg-romaanse (Ottoonse) bouwkunst. De bronzen Berwardtür, de Christuszuil en de met engelen versierde koorafsluiting hebben grote kunsthistorische waarde. Hildesheim werd in 1945 zwaar gebombardeerd. Gelukkig werden de kunstschatten, inclusief de bijzonder fraaie 13e eeuwse houten plafondpanelen uit de St. Michaeliskirche, op tijd in veiligheid gebracht. De Mariendom en St. Michaeliskirche werden volgens oorspronkelijk ontwerp herbouwd. Ook de legendarische rozenstruik herrees uit de puinhopen.
Goslar: Bergwerk Rammelsberg en historische binnenstad
Het stadje Goslar in de Harz is het ideale decor voor een sprookjesfilm met popperige vakwerkhuizen, een pittoresk marktplein en zelfs een paleis. Het keizerlijk paleis, de palts, werd in de 11e eeuw gebouwd als residentie voor Heinrich II. Goslar was niet alleen keizerstad maar ook Hanzestad. Het gotische Rathaus, het voormalige gildehuis van textielhandelaren Kaiserworth (1494) en andere monumenten weerspiegelen de rijke geschiedenis. Goslar dankt zijn rijkdom aan nabijgelegen de zilver- en koperertsmijn Rammelsberg. De ruim 1000 jaar oude mijn werd in 1988 gesloten en is nu een museum. De UNESCO kende Bergwerk Rammelsberg en het historische centrum van Goslar de status Werelderfgoed toe.
In 2010 werd deze werelderfgoedlocatie uitgebreid met de zgn. Oberharzer Wasserwirtschaft. Om op grote schaal mijnbouw mogelijk te maken, hadden cisterziënser monniken in de 13de eeuw een ingenieus systeem van vijvers en waterlopen aangelegd, dat in de daarop volgende eeuwen werd uitgebreid. De Oberharzer Wasserwirtschaft bestaat uit 107 historische vijvers, 310 km sloten en kanalen, en 31 km ondergrondse waterlopen.